In elke organisatie lopen verschillende typen hulpverleners rond: enerzijds bewust of onbewust van de mogelijkheden om IT in te zetten voor een socialere, veiligere of betere samenleving, anderzijds stelt de ene professional zich heel autonoom (zelfstandig) op en de ander zich juist heel afhankelijk van de organisatie. Uiteraard is de wereld niet eenvoudig in de vier vakjes in te delen, maar onderstaande matrix geeft wél op een realistische manier welke typen collega’s je binnen elke organisatie tegenkomt. En sowieso binnen de maatschappij in het algemeen.
Hoe autonoom zijn jouw collega’s?
In het beste geval bevinden jij en je collega’s of je medewerkers zich linksboven in de matrix: dit zijn professionals die bewust zijn van de mogelijkheden die IT biedt, en tevens bij de kop pakken waar ze niet tevreden over zijn. Linksonder in de matrix vind je de man of vrouw die weliswaar onafhankelijk is, maar tegelijkertijd onbewust van de mogelijkheden die de huidige technologieën bieden. Dit is vaak een persoon die in basis weinig met IT heeft. Hij doet in de regel lekker zijn eigen ding, je kent hem wel, de hulpverlener die ‘het dossier’ nog in zijn schrift bleef schrijven, terwijl het registratiesysteem al was ingevoerd… Rechtsboven in de matrix bevindt zich de bewuste hulpverlener die beseft dat IT hem verder kan helpen. Maar hij voelt zich afhankelijk; het is het type medewerker dat ’s morgens inlogt op kantoor, zich stoort aan de software die niet naar zijn zin werkt, maar vervolgens niets met die irritatie doet. Kortom, hij stelt zich afhankelijk op. Rechtsonder tot slot, bevindt zich de afhankelijke, onbewuste collega: deze hulpverlener heeft nog een hele lange weg te gaan..
Hier wil je naartoe…
Het spreekt voor zich dat je je linksboven in het kwadrant wilt vinden, want als je bewust en onafhankelijk bent, dan ben je in control. Zeker vanuit ons vakgebied geredeneerd, IT in het sociaal domein, betekent dit dat de collega scherp is op privacy, de schending daarvan en de overige zaken die vandaag de dag een belangrijke rol spelen in de (jeugd)hulpverlening… Hij of zij verschuilt zich niet achter regelgeving, systemen en de bekende ‘ja, maars’… Het is een ‘smart’ hulpverlener, een slimme hulpverlener dus. Deze medewerker begrijpt dat hij een digitale gereedschapskist tot zijn beschikking heeft. En wanneer hij een schroevendraaier aangereikt heeft gekregen maar weet dat een digitale schroef/boormachine hem beter in staat stelt om zijn werk te doen, dan regelt hij linksom of rechtsom dat het juiste gereedschap er komt.
De dagelijkse praktijk
De collega’s immers die zich rechtsonder in het kwadrant bevinden missen veel. Heel veel. In een eerder blog schreven we al over het omarmen van technologische ontwikkelingen. We gaven een eenvoudig voorbeeld van Skype dat je in staat stelt snel om en gemakkelijk te communiceren met dat verre familielid in Australië. Precies zo is het in de dagelijkse praktijk van de hulpverlener: als je beseft met welke gereedschappen je digitale gereedschapskist gevuld is, dan weet je exact welk materiaal je ter hand wil nemen om zo goed mogelijk hulp te verlenen. Uit onderzoek blijkt dat door meer ruimte te geven en experimenten toe te laten, een zelfstandigere hulpverlener wordt gecreëerd, dus veranderend van rechtsboven naar linksboven in de tekening. Idee voor op de agenda van het werkoverleg aanstaande maandag?