Ik ben geen hulpverlener, maar kan de hulpverlener wel helpen. Dat zijn mijn inspirators. Daar werk ik, net als mijn collega’s, graag mee samen, want het zijn doorpakkers. Zij zetten de cliënt centraal. En dat in tegenstelling tot de overheid en de betrokken organisaties. Men heeft de juiste intentie wel, maar het centraal stellen van de cliënt komt niet altijd goed uit de verf doordat er veel regels, protocollen en andere zaken gevolgd moeten worden.
Stormachtige tijd
En dus is de hulpverlener de reddingsboei voor het kind, de jongere en soms voor het hele gezin. Dat is een waardevol gegeven, zeker in deze stormachtige tijd die voor veel mensen uitdagend is. Tegelijkertijd kiezen sommige hulpverleners voor een ander vak. Niet zozeer voor het geld, is mijn indruk. Maar omdat ze de druk niet meer willen. En daarbinnen is te veel registreren, te veel administratieve last een belangrijke oorzaak. Dat doet me echt pijn. Vaak zitten ze er 100% vanuit hun hart, voor het sociaal domein in. En dat zouden ze moeten blijven doen. Ik kan hun plekje niet overnemen. Maar met mijn kennis en ervaring kan ik wel proberen te helpen. Proberen te voorkomen dat te veel registreren de oorzaak is van het verlaten van de sector.
Door weer en wind
Net zoals een gezin zich in moeilijke tijden, in een ruige storm vast kan grijpen aan de hulpverlener als reddingsboei, wil ik dat, samen met mijn collega’s, voor de hulpverlener zijn. Zo kunnen we elkaar ondersteunen, door weer en wind. Tot we in rustiger vaarwater komen. Uiteindelijk ben ik geen hulpverlener, maar kan ik met mijn IT- en sociaal domein-expertise wel hulp verlenen in het verminderen van administratieve lasten. En vanuit die rol probeer ik dag in dag uit de ‘registratie-reddingsboei’ voor hulpverleners te zijn.